Terug..


DIERGEZONDHEID


Terwijl de stichting "De Bonnen" er enerzijds naar streeft de burger en daarmee de consument het noodzakelijk inzicht te verschaffen in de wijze waarop de boeren in de Bonnen in harmonie met natuur en landschap voedsel produceren, is er anderzijds sprake van angst op ziekten die de diergezondheid ernstig kunnen schaden.
In de voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk is reeds gemeld aan welke voorschriften er moet worden voldaan om in aanmerking te komen voor een certificaat of vergunning.
Het kan echter nog strenger zoals de recente uitbraak van het mond- en klauwzeervirus leert.
Deze ziekten komt slechts voor bij evenhoevigen, zoals een koe, een varken, een geit, een schaap, e.d. Deze dieren krijgen dan koorts, zijn lusteloos en eten weinig of niet. Ze vertonen blaren in de bek, op de tong en/of aan de klauwrand. Bij al deze diersoorten ontstaat in meer of mindere mate kreupelheid. Bij schapen en geiten zijn de ziektekenmerken moeilijker waarneembaar. Oudere dieren gaan niet dood. Na zeven tot tien dagen begint langzaam de genezing. Ongeveer 95 % van de dieren overleeft het.
Vroeger kwam deze ziekte regelmatig voor. Vanaf de jaren vijftig tot en met 1991 werd de veestapel jaarlijks gevaccineerd. Hiermee werd voorkomen dat de dieren ziek werden. Vanaf 1992 is er in Europa echter sprake van een non-vaccinatiebeleid, d.w.z. dat er niet meer gevaccineerd wordt. Men hoopt hiermee toegang te krijgen tot de Amerikaanse en Aziatische markt. Deze afnemers weigeren namelijk het vlees van ingeente dieren. Na vaccinatie produceren de dieren namelijk dezelfde antistoffen tegen het MKZ-virus als zieke dieren en is het onmogelijk zieke van ingeente dieren te onderscheiden.
Het virus is uiterst besmettelijk. Overdracht is mogelijk via de lucht, besmette dieren, dierlijke producten (vlees, vleeswaren, melk), besmet voer, veewagens, personen of door het uitrijden van besmette drijfmest of het gebruik van vuile naalden. Kalveren en biggen kunnen het krijgen door het drinken van besmette melk. Het virus kan ook meeliften met sperma. Kunstmatige inseminatie is dan ook verboden. Zelfs vogels (postduiven!) kunnen het virus bij zich dragen.
Het virus is absoluut ongevaarlijk voor mensen. Omdat ze echter wel de ziekte kunnen verspreiden, dienen bij een uitbraak de nodige hygiënevoorschriften in acht worden genomen.
Zo is het dan verboden om veehouderijbedrijven te bezoeken, uitgezonderd dierenartsen en monteurs in noodgevallen. De bezoekers moeten gebruik maken van bedrijfskleding en schone, ontsmette laarzen. De bezoeker mag die dag geen andere bedrijven met varkens, runderen, geiten en schapen hebben bezocht. Eventuele materialen en instrumenten moeten voor het verlaten van het bedrijf worden gereinigd en ontsmet.
Als de bewoners zelf het bedrijf verlaten, wordt ook geadviseerd om thuis via de voordeur naar binnen en buiten te gaan, dus niet via de keuken of de stallen. Tevens dient men te douchen en schone kleren aan te trekken. Feitelijk ontstaat er zo een soort hygienesluis, waarbij er een duidelijke afbakening is tussen het bedrijf en het woongedeelte.
In de intensieve veehouderij is dit na de uitbraak van de varkenspest al verplicht.
Een veel gebruikt middel in dit alles is een ontsmettingsbak of ontsmettingsmat. Het ontsmettingsmiddel (veelal citroenzuur) doodt eventueel aanwezige virussen.
Het huidige beleid is dat bij een uitbraak er massaal "geruimd" wordt, oftewel alle evenhoevige dieren in een straal van 2 kilometer rondom het besmette bedrijf worden afgemaakt. Het behoeft hier verder geen betoog dat deze methodiek uiterst discutabel is.
Voor nadere informatie over deze ziekte kunt u naar mond-en-klauwzeer.pagina.nl of naar www.surf.to/mkz surfen. Vanwege vergaande besmettelijkheid van deze ziekte en de verstrekkende consequenties die een besmetting kan hebben, zullen de boeren in de Bonnen bij een uitbraak de vereiste zorgvuldigheid in acht nemen om het risico van een besmetting te minimaliseren.
Daarnaast zullen naar verwachting in de toekomst de hygiënevoorschriften ook standaard verder aangescherpt worden. De boeren in de Bonnen zullen daarbij echter wel een afweging maken tussen enerzijds een open en transparante bedrijfsvoering en anderzijds de nodige attentheid i.v.m. de diergezondheid. In het kader van diergezondheid kan in dit verband nog worden opgemerkt dat Arie Noordam en Leen Vreugdenhil ook nooit zullen kiezen voor een kalf dat niet zonder keizersnede op de wereld kan komen. Dit is geen eis van overheidswege, maar een standaard die men zelf hanteert. Men kiest voor een zo natuurlijk mogelijk geboorteproces. Voor overige informatie t.a.v. diergezondheid verwijzen wij u naar diergeneeskunde.pagina.nl/
De basishouding van de vier boeren in de Bonnen t.o.v. diergezondheid is overigens reeds verwoord in de pragrafen "verantwoordelijkheid & respect" en "volwaardig & duurzaam" bij het hoofdstuk "de stichting".


Terug..