Terug..


PROGRAMMA

Vanaf 12.00 uur speelde Hennie Westdijk op een baal stro fraaie accordeonmelodieën.
Om 12.30 uur opende organisator Dirk Tempelaar het literaire festival met een fraaie inleiding en het openingsgedicht "O, wonderschone Bonnenpolder"
Magda Sosef uit Hoek van Holland beet de spits af met enkele fragmenten uit een door haar zelfgeschreven - maar nog uit te brengen - roman, waarmee zij het ademloos luisterend publiek duidelijk weet te ontroeren. Velen waren nieuwsgierig geworden naar het totale werk.
De aandacht was gevangen. Joop Barneveld moest deze vasthouden en dat wist hij voortreffelijk te doen met een amusant verhaal. Anton Born, beeldend kunstenaar uit Wateringen, had ook een speciale ode aan de Bonnenpolder geschreven. Mede dankzij de wijze van voordragen en het donkere stemgeluid van deze kolossale kunstenaar kwam diens lyriek in het weidse landschap goed tot zijn recht.
Debutante mevrouw Dop uit Hoek van Holland bracht het publiek tot vertedering met eigen werk, waarna Henriette Faas uit Maassluis met een merkwaardige mengeling van ernst en luim het publiek verraste.
In de oorspronkelijke programmering was geen rekening gehouden met een pauze. De verwachting was dat mensen vanuit het publiek af en toe zouden opstaan en weglopen om iets te consumeren te halen, een gesprek te voeren, etc., maar men bleef zitten en luisteren en was stil en genoot van de verhalen en gedichten, het landschap en het weer. Omdat niemand deze rust durfde te doorbreken werd besloten tot een kwartiertje pauze.
Hennie Westdijk vermaakte een ieder weer met de fantastische geluiden die hij uit zijn accordeon wist te krijgen. Het versterkte de landelijke sfeer. Na de pauze zette de unieke en onnavolgbare presentator Dirk Tempelaar de aandacht van het publiek weer op scherp met zijn verhaal over een GTI - Turbo-kip.
Andre Stek (Den Haag) wist het publiek te vertellen dat ook hij zich altijd laat inspireren door de vier D's: Dood, Drank, Droefheid en Deernes. Op melancholische wijze en voorzien van de nodige zelfspot en een glas wijn droeg hij zijn gedichten voor. Petri Jakobs (Hoek van Holland) kreeg niet alleen de lachers op zijn hand, maar liet het publiek zich ook realiseren dat misschien zijn bellen geen inhoud hebben, maar zijn gedichten zeker wel.
Corrie Barneveld-de Koeyer (ook Hoek van Holland) beeldde met veel passie een verhaal uit en laat daarmee een ander aspect van de voordrachtskunst zien. Presentator Dirk Tempelaar vervulde hierin een gewillige gastrol. Daarna was Ger van Veen (Vlaardingen) aan de beurt om voor te dragen uit zijn verzameling "Slechte Gedichten" en hij introduceerde ook het fenomeen "vervolggedichten". Deze Vlaardingse toneelschrijver bleek de taal op vele manieren machtig te zijn. Zijn invalshoek en benadering mag zondermeer verrassend genoemd worden. Ondertussen heeft hij al een aardig oeuvre opgebouwd.
Benne van der Velde, de taalvirtuoos uit Vlaardingen, sloot het gedeelte na de pauze af met een viertal fraaie gedichten met een duidelijk eigen karakter en een volstrekt eigen benadering.
In het publiek bleek toen nog aanwezig te zijn Willemke Piket (Hoek van Holland) die juist vanwege het geïnteresseerde publiek het aandurfde ook uit eigen werk voor te dragen. Deze schroom vanwege haar talenten is onterecht. Het werk blijkt van een verborgen klasse en ongekende schoonheid te zijn.
Daarmee was men rond 15.30 uur aan de finale toegekomen. Dirk Tempelaar vroeg Henriette Faas nog enige gedichten voor te dragen en vervolgens ook Andre Stek, die daartoe alleen bereid bleek te zijn als er nog wat wijn was. Daarna sloot Petri Jakobs deze finale af met enige gezongen ballades.
Dirk Tempelaar bedankte, rond de klok van vier, de deelnemers, het publiek, de stichting De Bonnen, cateraar Wim Kaptein en de sponsors en sloot de eerste editie van het begin van een traditie af met een gedicht.


Terug..