Terug..


MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN

De volgend tien elementen zijn voor de vier boeren in de Bonnen leidraad in hun handelen:

1. Profit

Het agrarisch ondernemerschap is niet alleen een zaak van kosten en baten, van investeringen en afschrijvingen, van financieringen en aflossingen, maar bovenal ook van “winst” ter waarborging van de continuïteit van het boerenbedrijf.

2. People

Het agrarisch ondernemerschap is een plaats in de samenleving welke omgeven is door dynamiek en vereist dan ook een verantwoorde en positieve rol in die omgeving.

3. Planet

Het agrarisch ondernemerschap vraagt om verantwoordelijkheid t.o.v. het natuurlijke leefmilieu voor nu en toekomstige generaties.

4. Pneuma

Het agrarisch ondernemerschap kan slechts uitgeoefend worden met zingeving, bezieling en overtuiging en een duidelijk beeld over de persoonlijke rol als “boer” en zijn positie in de wereld tussen gezin, familie, buren en collega’s hier en elders op de wereld.

5. Politics

Het agrarisch ondernemerschap vereist een onafhankelijk koers en visie op basis van een referentiekader welke ligt in markt en samenleving, bij consumenten en burgers en heeft daarmee vaak als consequentie een vooruitlopen op wetgeving van de overheid.

6. Practice

Het agrarisch ondernemerschap behoort gepaard te gaan met een behoorlijk portie werkelijkheidszin, nuchterheid en gevoel voor “praktijk”.

7. Progressive

Het agrarisch ondernemerschap behoort per definitie niet behoudend, maar vernieuwend te zijn. Het vermogen om zich aan te passen aan het weer, etc. moet ook toegepast worden op het aanpassen aan gewijzigde economische omstandigheden of morele opvattingen.

8. Positive

Het agrarisch ondernemerschap vraagt om een redelijk incasseringsvermogen tegenslagen op te vangen en positief te blijven denken.

9. Place

Het agrarisch ondernemerschap is per definitie grond- en plaatsgebonden, maar vereist een basishouding welke beantwoordt aan “think global, act local”.

10. Performance

Het agrarisch ondernemerschap speelt zich in het openbaar af, maar is pas echt transparant als er ook de bereidheid bestaat verantwoording af te leggen en een educatieve houding te tonen, d.w.z. het vermogen en de wil duidelijk te maken wat er waarom gebeurd.

Bij het oplossen van vraagstukken zullen de afzonderlijke elementen gewogen worden en deel uitmaken van een oplossing welke getuigt van “maatschappelijk verantwoord ondernemen”. Het ene aspect is onlosmakelijk met het andere verbonden: winstmaximalisatie kan leiden tot vervreemding of vervuiling, gebrek aan werkelijkheidszin kan de bedrijfsvoering in gevaar brengen, frustratie van overheidswege en/of gebrek aan rendement leidt tot verlies aan bezieling en te weinig sociaal gevoel kan leiden tot conflicten met de omgeving. Door zich te richten op “het positieve” en te werken aan “ het negatieve” komen oplossingen naderbij.


Terug..